Nestkastje
Wie geniet er niet van het getjilp en gefluit van vogels in de tuin. Wil je zelf een beetje sturen welke vogels het geluid in jouw tuin bepalen, lees dan zeker verder.
Nestkastjes hang je best op in de winter. De overwinteraars, zoals koolmezen, ringmussen en pimpelmezen gebruiken ze immers om tijdens barre weersomstandigheden in te schuilen en te slapen.
Hang ze best met de invliegopening naar het zuidoosten op een hoogte van 2 tot 3 meter hoogte.
De grootte van het gat aan de voorkant (vliegopening) en de afmeting van het vogelhuisje of nestkastje bepalen welke vogelsoort er straks in het nieuwe huisje komt nestelen.
In de onderstaande tabel vind je de afmetingen van de vliegopening voor enkele veel voorkomende soorten in Vlaanderen en Nederland.
Vliegopening kastje:
- Pimpelmees: 26/28mm
- Koolmees: 30/32mm
- Bonte vliegenvanger: 30/32mm
- Mus: 35mm
Maak je nestkast uit hout en zeker niet uit plastic. Plastiek lijkt misschien gemakkelijk te onderhouden maar is niet geschikt voor een kastje. Aangezien plastic niet ademt, ontstaat er condensatie in het vogelhuisje en wordt het nestkastje nat en veel te warm voor de jonge vogeltjes.
Hierbij een simpele tekening die je vast op weg helpt om een nestkastje te maken.
Bevestig zeker geen stokje onder de vliegopening want dit geeft aan eksters en vlaamse gaaien de ideale zitplaats om het nest leeg te roven.
Meer info en gedetailleerde bouwplannetjes op de site van Vogelbescherming Vlaanderen.