Vogels voederen in de winter
In het koude winterweer hebben de vogels die in ons land overwinteren het soms erg moeilijk om te overleven. Daarom zijn extra voedsel en vers drinkwater erg belangrijk voor onze gevleugelde vrienden. Vogels hebben een erg hoge lichaamstemperatuur (± 40°C) en zijn erg hoge calorieverbruikers. Het is dan ook logisch dat vogels het grootste deel van hun tijd bestaat uit het zoeken naar voedsel.
Water
Als de vrieskou blijft aanhouden is het belangrijk dat we onze vogels voorzien van water, want de meeste beekjes, plassen en meren zijn dan immers dichtgevroren.
Voedsel
We kunnen de dieren helpen om hun vetreserve op peil te houden door energierijk voedsel aan te bieden. Vet is eveneens een belangrijke energiebron voor vogels. Vele keukenrestjes bevatten een hoog gehalte aan vet en zijn dan ook ideaal als vogelvoeder: restjes kaas, oud brood, spek, fruit enz. (Let op: geen rijst! Dit doet nl. Het buikje van de vogels opzwellen).
Daarnaast kunt u in de supermarkt of uw dierenspeciaalzaak terecht voor:
- Pindanoten: in netjes of geregen op een draad
- Vetbollen of mezenbollen: vooral voor roodborstje, mezen, spreeuw, mussen,...
U kan deze trouwens ook zelf maken door een zadenmengeling te mixen met oud frietvet. U verwarmt het frietvet, doet de zadenmengeling erbij. Roert alles onder mekaar. Vervolgens giet u de vloeistof in een oude pot en laat het hard worden - Zadenmengeling: liefst een mengsel voor vogels met veel zonnebloempitten en oliehoudende zaden.
De voederplaats
Het voederen kan starten vanaf het moment dat het begint te vriezen. De beste optie is het plaatsen van een voederplank of een voederhuisje op minstens 1,5 meter boven de grond zodat de katten it de buurt er niet bij kunnen.
Plaats de voederplank of het huisje op een plaatsje uit de wind. Zorg ervoor dat u een afdakje boven het voedsel plaatst, zodat het voer niet nat wordt of bedolven wordt onder de sneeuw.